Professional­isering en modern­isering

1930 - 1939

Tijdens de allereerste Wereldbeker voetbal in 1930 in Uruguay trekken drie Clubmannen met de Belgische selectie naar Uruguay. In 1935 wordt Club verder geprofessionaliseerd. De spelers krijgen voor het eerst een loon en er komt medische begeleiding. Er komt ook voor het eerst een buitenlandse coach: Karl Schrenk. Het transfersysteem wordt ingevoerd en er zijn voortaan bonussen per doelpunt. Club legt zo de basis voor een moderne voetbalclub, die ook al oog heeft voor goede doelen en een benefietmatch speelt ten voordele van de slachtoffers van een grote mijnramp.

1930

Drie Clubmannen naar de allereerste Wereldbeker voetbal

Op de Conte Verde, het schip dat de Belgische delegatie naar het verre Uruguay brengt, zitten drie Clubmannen. Clubicoon Hector Goetinck is de bondscoach. Hij neemt Clubspelers Louis Versyp en Gérard Delbeke mee.

1930

Club wint met 3-12 bij Standard, de grootste uitzege tot nog toe

Op 28 december 1930 wint Club met 3-12 op het veld van Standard. Emiel Van den Berghe scoort minstens vijf doelpunten. Een evenaring volgt in mei 2004 wanneer Club met 0-9 wint bij RAEC Mons, onder meer na een hattrick van Gert Verheyen.

1934

Club Brugge zet zich ook in voor het goede doel

In mei 1934 doet zich in het Henegouwse Pâturages een grote mijnramp voor die tientallen levens kost. Op 13 juli 1934 spelen de veteranen van Club en Cercle een benefietmatch ten voordele van de slachtoffers. Het toont aan dat FCB al vroeg oog heeft voor het goede doel en maatschappelijk welzijn.

Spelers werden 1 keer per week verplicht te komen trainen en kregen daarvoor 25 Belgische frank.

1935

Professionalisering (eerste betaalde spelers)

Royal Football Club Brugeois wordt een professionele club. Er komt een onderscheid tussen liefhebbers enerzijds, die voor de eer en hun kleuren spelen, en onafhankelijken anderzijds, die naast hun job ook betaald worden om te voetballen. In Eerste Klasse krijgen Clubspelers voortaan 25 Belgische frank bij verlies, 60 Belgische frank bij een gelijkspel en 100 Belgische frank bij een overwinning. Spelers worden één keer per week verplicht om te komen trainen en krijgen daarvoor 25 Belgische frank. Club biedt ook betere medische begeleiding aan. Zo krijgen bij de start van het seizoen alle spelers een medische controle.

1935-1936

1936

Eerste buitenlandse profcoach (Karl Schrenk) & Invoering transfersysteem en doelpuntbonussen

Club Brugge start het seizoen 1936-1937 voor het eerst met een betaalde buitenlandse coach: de Oostenrijker Karl Schrenk. Eerder was er al de heer Tripp, maar hij werd niet betaald als prof. In de jaren daarvoor stonden voormalig spelers Hector Goetinck, Gérard Delbeke en Arthur Volckaert voor de spelersgroep. De Oostenrijker moet de Clubspelers meer samenspel bijbrengen. Hij krijgt een contract voor één seizoen met een maandloon van 2.300 Belgische frank. 

Vanaf 1936-37 doet ook het transfersysteem haar intrede. Er worden ook doelpuntenbonussen uitgekeerd. Nieuwe betaling: per training 40 Belgische frank, per match (winst, verlies of draw) 60 Belgische frank, eerste doelpunt 15 Belgische frank, tweede doelpunt 20 Belgische frank, derde doelpunt 25 Belgische frank en 5 Belgische frank per extra doelpunt.

1937

Het begin van drie generaties voorzitters De Clerck

Emile De Clerck wordt de zesde voorzitter van Club Brugge. Hij is de zoon van Pieter De Clerck, stichter van Blikslagerijen De Clerck, dat in die tijd heel wat Clubspelers tewerkstelt. Emile wordt in 1959 opgevolgd door zijn zoon André, die op zijn beurt in 1973 de fakkel doorgeeft aan Fernand. Fernand De Clerck blijft Clubvoorzitter tot 1999.

Louis Versyp

Een waardige opvolger van Cambier en Goetinck

Met Louis Versyp ontdekken de Clubfans een nieuwe publiekslieveling. Versyp, een echte Bruggeling, zal vanaf halfweg de jaren twintig twee decennia het mooie weer maken bij FCB. Tijdens de jaren veertig wordt hij ook trainer van Club Brugge.

1936-1937