Testmatch om de titel en rivaliteit met Cercle

1910 - 1914

In 1912 verhuist Club van het Rattenplein naar “De Klokke”. Het zal tot 1975 de thuishaven blijven om in de zomer van dat jaar te verhuizen naar het Olympiastadion.

Tijdens het seizoen 1909-1910 strijden Union, Cercle én Club om de titel. Het komt op 12 juni 1910 uiteindelijk tot een testmatch tussen Union en Club Brugge op het veld van La Gantoise. Club mist sterspeler Charles Cambier, die een maand eerder in een duel met Union een open beenbreuk heeft opgelopen. Club verliest de testmatch met 0-1, een eigendoelpunt van Oscar Verbeeck.

Een seizoen later volgt een hevige strijd met stadsgenoot Cercle. De beslissing valt pas op 26 maart 1911 op de laatste speeldag in een onderling duel tussen Club en Cercle. Club moet winnen om de titel te pakken. De match eindigt op 1-1, de late gelijkmaker van Clubspeler Alfred Delafontaine is onvoldoende. Opnieuw wordt Club vicekampioen.

1910-11

Charles Cambier's heroïsche terugkeer

Tijdens de zomer van 1910 keert Charles Cambier na zijn open beenbreuk terug naar huis. Hij had tweeënhalve maand in een Brussels ziekenhuis gelegen. Zijn triomftocht start in het treinstation van Brussel, waar hij door sympathisanten en door twee afgevaardigden van Léopold Club uitgeleide wordt gedaan. In Brugge wacht een massa volk hun held op. In een open koets wordt hij naar het Hotel du Sablon gebracht voor een banket van meer dan honderd genodigden.

Op 5 juni 1920, werd de Klokke aangekocht voor 40.000 frank

1912

Verhuizing naar De Klokke

In 1912 krijgt het 'Rattenplein' een andere bestemming. Club wijkt daardoor uit naar ‘De Klokke’ langs de Torhoutse Steenweg, recht tegenover de paardenafstamming, het café dat later de naam ‘De Klokke’ met het voetbalveld deelt. De jaarlijkse huur bedraagt 1.760 Belgische frank met een looptijd van negen jaar. Acht jaar later, op 5 juni 1920, wordt ‘De Klokke’ aangekocht voor 40.000 Belgische frank. Dat gebeurt door drie geldschieters: de heren Alphonse Demeulemeester (20.000 Belgische frank), Prosper De Cloedt en Albert Dyserynck (ieder 10.000 Belgische frank). Dyserynck betaalt later zijn twee mede-eigenaars uit en wordt voorzitter van FCB. Na zijn plotselinge overlijden in 1931 in een verkeersongeval erft Club ‘De Klokke’ in volle eigendom.

Gedurende de Eerste Wereldoorlog wordt ‘De Klokke’ opgeëist door de Duitse bezetter. Een nergens bevestigd gerucht liep lange tijd in de volksmond dat voorzitter-eigenaar Dyserynck na de oorlog hiervoor een grote som oorlogsschade had gekregen, waardoor het voor hem makkelijk was ‘De Klokke’ aan Club te schenken. Na zijn dood in 1931 wordt het stadion ‘Albert Dyserynckstadion’ herdoopt en plaatst men een borstbeeld van Dyserynck naast de hoofdtribune.

Later verhuist het beeld mee naar het Jan Breydelstadion, waar het vandaag nog altijd is te zien.

De Klokke
Café De Klokke
De Club in 1913-1914