
Veertien jaar was Birger Jensen de spektakel doelman van Club Brugge, met zijn kenmerkende blonde krullen. De Deen bleek een natuurtalent, een diamant van het zuiverste soort. Jensen was een showman op het veld, hij vergeleek een doelman met een acteur die het publiek wat moest bieden. Als supporters van de tegenpartij achter hem stonden te roepen, durfde hij de bal met één hand te pakken en vervolgens naar die supporters te wuiven. Jensen zal voor altijd herinnerd worden vanwege zijn wereldpartij in de Europacup I-finale van 1978 op Wembley.
1976, 1977, 1978, 1980 en 1988
1977 en 1986
1976 tegen Liverpool FC
1978 tegen Liverpool FC
1974 - 1988
De grootste kwaliteit van de Deen was dat hij over geen enkel zwak punt beschikte. Hij blunderde zelden en groeide in een kolkende sfeer ver boven zich uit. Naast het veld bleek hij een ongeleid projectiel. In de pers zette Jensen vaak een grote mond op om bepaalde toestanden aan te klagen. Hij bereidde zich altijd op dezelfde manier op een wedstrijd voor: dan ging hij in het laatste halfuur op het toilet zitten en rookte hij een sigaretje.
Hij verliet Club Brugge in 1988 om voor K. Lierse SK. Na Lierse ging hij naar Nederland, waar hij voor RKC Waalwijk speelde, en hij sloot zijn carrière af bij KFC Varsenare. Na zijn actieve keeperscarrière bleef hij in Brugge wonen en is hij nu nog vaak te zien bij thuiswedstrijden van Club Brugge, waar hij nog steeds op handen wordt gedragen door de Clubfans.